SV | En de kinderen Israels zonden aan de kinderen van Ruben, en aan de kinderen van Gad, en aan den halven stam van Manasse, in het land Gilead, Pinehas, den zoon van Eleazar, den priester; |
WLC | וַיִּשְׁלְח֨וּ בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֜ל אֶל־בְּנֵי־רְאוּבֵ֧ן וְאֶל־בְּנֵי־גָ֛ד וְאֶל־חֲצִ֥י שֵֽׁבֶט־מְנַשֶּׁ֖ה אֶל־אֶ֣רֶץ הַגִּלְעָ֑ד אֶת־פִּינְחָ֖ס בֶּן־אֶלְעָזָ֥ר הַכֹּהֵֽן׃ |
Trans. | wayyišələḥû ḇənê-yiśərā’ēl ’el-bənê-rə’ûḇēn wə’el-bənê-ḡāḏ wə’el-ḥăṣî šēḇeṭ-mənaššeh ’el-’ereṣ hagilə‘āḏ ’eṯ-pînəḥās ben-’elə‘āzār hakōhēn: |
En de kinderen Israels zonden aan de kinderen van Ruben, en aan de kinderen van Gad, en aan den halven stam van Manasse, in het land Gilead, Pinehas, den zoon van Eleazar, den priester;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de kinderen Israels zonden aan de kinderen van Ruben, en aan de kinderen van Gad, en aan den halven stam van Manasse, in het land Gilead, Pinehas, den zoon van Eleazar, den priester;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!